Ernestine Stoop

harp harfe harpe arpa

Artikel in NRC-Handelsblad door Yvo van Regteren Altena


Meestal zijn het violen met aansprekende namen als Guarnieri, Stradivarius en Amati waarbij men vol verwondering kreunt om hun waanzinnig waarden. Toch zijn het niet alleen bespelers van eeuwenoude violen die diep moeten buigen voor de aanschafprijs van hun instrument. Een pianist verliest aan een vleugel al gauw een halve ton euro en voor een professionele harpist zijn de bedragen nauwelijks vriendelijker. Op de prijslijst van het ''Otja'' Harpcenter prijken een Franse Camac Oriane à € 33.570, een Italiaanse Salvi Iris à € 42.500 en een Amerikaanse Lyon & Healy à € 51.570. Harpiste Ernestine Stoop (46) kocht toen zij veertien was met hulp van haar grootvader en ouders haar eerste harp. Prijzen begonnen toen al ruim boven de dertig mille. ‘nee, de eerste harp was ƒ10.000,- de tweede harp was met mijn grootvader gekocht en is helemaal terugbetaald. de eerste harp was van mijn spaarrekening en geld van mijn ouders. Daarvan heb ik niets terugbetaald.’ Om geldelijke familieperikelen te voorkomen zou zij de harp helemaal terugbetalen. Samen met haar grootvader treinde ze eind jaren zeventig naar München voor een bezoek aan het atelier van Horngacher. Het model Empire sprak Ernstine meer aan dan de Orchestra, maar de eerste was toen al bijna tienduizend gulden duurder. ‘Ik onderdrukte mijn voorkeur, maar mijn grootvader voelde dat ik viel voor de klank van de duurdere en zo werd het de Empire.’ Het maken van een harp is een complex en tijdrovend ambacht. Op een vrij dunne klankbodem komt ruim zevenhonderd kilo kracht te staan en in het buig en constructiewerk van het hout liggen heel veel uren verscholen. Als beroepsmusicus speelde Ernestine bij de Hilversumse orkesten en in diverse ensembles waardoor de ouderlijke schuld langzaam werd ingelost. ‘Vroeger was je aangewezen op de hulp van familie, tegenwoordig zijn er ook tal van fondsen voor jonge talentvolle leerlingen. Het is makkelijker geworden.’ Inmiddels is Ernestine in afwachting van een nieuwe Horngacher die ze vorig jaar voor € 45.000 heeft besteld. Een bedrag dat met veel musiceren in de loop der jaren gestaag is vergaard en opzij gezet. Ernestine valt voor het edele, pure geluid van een Horngacher. ‘Hij heeft een elegante klank, niet heel groots, maar het geluid draagt prachtig en is ideaal voor kamermuziek.’ Na aanschaf blijven er financieel geladen wolken hangen. Na ongeveer tien jaar wacht vaak een revisie à € 10.000 en zal er (al naar het gelang het gebruik) misschien ook een nieuw mechaniek à € 10.000 moeten komen. Als beiden vervangen moeten worden, is de verleiding tot de aanschaf van een nieuwe overigens groot. Lichtpuntje zijn de verzekeringskosten. Ondanks zijn aanschafprijs van een fraaie vierwieler, vallen de poliskosten mee omdat er via orkesten collectieve verzekeringen lopen. Voor twee harpen betaalt Stoop 250 euro per jaar. Na aanschaf, onderhoud en verzekering blijft een harp aan het banksaldo voortknagen. Omdat de oplage van bladmuziek heel beperkt is, zijn de prijzen pittig en een nieuw setje snaren (47 stuks) kost ook al gauw € 1.000. Groter zijn de zorgen voor vervoer, want waarin laat zo’n bijna vijftig kilo wegende kolos zich vervoeren? Niet in een Fiat Panda of Seat Ibiza, maar bij voorkeur in een stevige Volvo Station. Ook die zwaarte eist zijn tol. ‘Harpen worden geassocieerd met frêle meisjes, maar het is een loodzwaar ding en het bespelen vergt veel van handen en voeten, vooral bij moderne muziek. Vergeet dus ook niet de kosten van een knedende fysiotherapeut.’ Als je als harpist niet in een vast orkest zit, maar meespeelt in twee of meer ensembles is het heel verleidelijk om het sjouwen te beperken door twee harpen in te zetten. Ernestine heeft de luxe van een tweede Lyon & Healy-harp à € 31.000. Als investering in de toekomst is de harp een drama. Daar waar Italiaanse en Franse meesterviolen decennia na decennia fors in waarde stijgen, is een harp na twintig jaar zo’n beetje uitgespeeld. Over een paar maanden komt Stoops nieuwe Horngacher. Krijgt ze nog een beetje leuke inruil voor haar oudje? ‘Ik krijg er weinig voor, maar het is ook mijn maatje waar ik meer dan twintig jaar mee samen ben. Ik wil hem echt niet verkopen. We hebben te veel meegemaakt, dat doe je niet.’

Yvo van Regteren Altena